Afro Optimist

In januari van dit jaar belde ik met Lindiwe Mavuso. Lindi runt een adviesbureau dat zich richt op welzijnsorganisaties en kleinere ngo’s (mongo’s). Het bureau heeft de veelzeggende naam Afro Optimist. Het NOAH-project voor ouderen, dat ik gisteren hier besprak, is een van haar opdrachtgevers.
Na jarenlang pr en marketing te hebben gedaan voor corporate bedrijven en semi-overheidsinstellingen vond Lindi het tijd om haar carrière een andere wending te geven. Lindi zag dat welzijnsorganisaties en kleinere ngo’s in Zuid-Afrika weinig aandacht besteden aan hun pr en marketing. “Kleine organisaties zijn in de eerste plaats bezig met het bereiken van hun doelstellingen. Als je elke dag honderd monden moet voeden is het belangrijkste dat je ervoor zorgt dat er genoeg te eten is. Dan heb je er geen tijd voor om erbij stil te staan welk beeld de buitenwereld van je heeft of welke boodschap je wilt overbrengen,” zei Lindi. “Maar juist dat kan heel belangrijk zijn.”

Omdat ik in januari zelf geen tijd meer had om bij haar langs te gaan, stelde ik voor dat we elkaar zouden ontmoeten als ik terug zou komen voor het WK voetbal. Een paar dagen geleden was het zover. We spraken af in de Vida e Caffè in Woodstock, de wijk waar Lindi’s kantoor is gevestigd. Vida e Caffè is een trendy koffieketen, met vestigingen in Zuid-Afrika en Londen. Toen ik het parkeerterrein van het luxe kantorencomplex opreed, vroeg ik aan de bewaker bij de slagboom waar ik de Vida e Caffè kon vinden.
“Het is in dat kleine gebouw daar,” lachte de bewaker. “Doe mij maar een caffè latte.”
“Hoeveel suiker?”lachte ik terug.
“Drie,” lachte de bewaker weer.

Het gesprek met Lindi ging over beeldvorming. Over de spanning tussen het beeld dat mensen van de werkelijkheid hebben en de werkelijkheid zoals je die aantreft als je er ter plekke gaat kijken. Ik zei tegen Lindi dat ik niet had verwacht dat de segregatie in Kaapstad nog altijd zo groot was, temeer omdat Kaapstad doorgaat voor de meest multiculturele stad van Zuid-Afrika. In de stad zie je van alles door elkaar lopen, maar in de wijken geldt toch nog altijd soort zoekt soort. De blanken wonen in de betere wijken van de stad, in gated communties daarbuiten of in chique villawijken zoals Camps Bay aan de kust. Kleurlingen wonen in townships en suburbs waar overwegend kleurlingen wonen. Zwarten wonen in de townships en suburbs voor zwarten. Die scheiding is over het algemeen nog vrij strikt.

Lindiwe vertelde dat de segregatie in Kaapstad vrij recentelijk was ontstaan. Ooit was Kaapstad een multiculturele stad. In District 6, de wijk die grensde aan Woodstock woonden alle bevolkingsgroepen door elkaar. Maar daar kwam met het invoeren van de apartheid in de jaren zestig een einde aan. District 6 werd ontruimd, de huizen werden vernietigd en de bewoners gedeporteerd naar andere delen buiten de stad. Dat was het begin van de townships. Kleurlingen bij kleurlingen. Zwarten bij zwarten. Hele families werden opeens van elkaar gescheiden, buren die jaren naast elkaar hadden gewoond, mochten van hogerhand niet meer bij elkaar wonen.

Kaapstad gold tijdens de apartheid als het vakantieoord voor de blanke partijtop. Die zorgde er dus wel voor dat het er aangenaam wonen was. De gevolgen van de verdeel- en heerspolitiek die daarbij werd gebruikt zijn nog altijd zichtbaar. In Johannesburg, dat veel meer geldt als ANC-bolwerk, neemt de nieuwe zwarte elite een veel prominentere plaats in dan in Kaapstad, waar de verschillende bevolkingsgroepen nog altijd een diep wantrouwen jegens elkaar koesteren. “Zuid-Afrika is een complex land,” zei Lindi. “Heel veel dingen hebben een politieke betekenis.”

Daarna spraken we over de impact van het WK voetbal. Ik vertelde Lindi dat ik deze maand een aantal malen een wedstrijd in het Cape Town Stadium had bijgewoond en dat ik onder de indruk was van wat ik daar had gezien: ruim 60.000 mensen in het stadion en nog meer mensen daaromheen en er lag geen papiertje op de grond. Elke snipper die op de grond belandde werd meteen opgeruimd. De stad was de afgelopen maand in vele opzichten mooier dan anders, zei Lindiwe. “Heel de wereld heeft dat ook kunnen zien. Ik ben er van overtuigd dat dit WK enorm belangrijk is geweest voor de beeldvorming over Zuid-Afrika, wat je verder ook van de FIFA mag denken.”

Voor we afscheid namen hadden we het nog even over de vreemdelingenhaat tegenover Afrikanen uit andere landen. Die worden hier ook wel makwerekwere genoemd. Ik zei dat ik had begrepen dat veel zwarte Zuid-Afrikanen een hekel aan buitenlanders hebben, omdat ze bang zijn dat die hun baantjes afpakken. Maar ook dat veel Zuid-Afrikanen lui zijn geworden, omdat ze zomaar van alles gratis en voor niks krijgen. “Klopt het dat de verkopers bij de stoplichten buitenlanders zijn en degenen die staan te bedelen Zuid-Afrikanen?” vroeg ik.
“Helaas wel,” zei Lindi. “Je hebt ze toch niks gegeven?”
Ik zei dat ik van alle kanten voor de bedelaars werd gewaarschuwd. De enige die ik geld gaf, waren de straatverkopers en de parkeerwachten. Maar daar stond telkens een economische transactie tegenover. Die kregen dus gerust vijf rand (50 cent) van mij voor een zak sinaasappelen of het bewaken van mijn auto.
Daarna zei ik dat ik nog even een caffè latte voor de bewaker van de parkeerplaats wilde gaan halen.
Lindi keek me ongelovig aan. “Dat meen je niet. Die man moet gewoon zijn werk doen. Daar krijgt hij voor betaald. Pas op hoor, dit land zit vol met deugnieten.”

Dit bericht is geplaatst in WK 2010 en tagged als , , , , , , , , . Bookmark de permalink . Plaats een reactie of laat een trackback achter: Trackback URL.

3 Reacties

  1. Frieda
    Posted 11 July 2010 at 08:09 | Permalink

    Je hebt die koffie toch wel gekocht?

  2. joyce
    Posted 11 July 2010 at 09:48 | Permalink

    Wilde precies zeggen wat Frieda schreef, je hebt hem toch wel zeker die koffie gegeven? En overal is het hetzelfde, hoor.
    In Malang staan gewoon mensen je de weg te wijzen voor 1000 rupiah: geweldig toch dat ze op zo`n manier geld verdienen.

  3. Jim Rijkschroeff
    Posted 11 July 2010 at 18:25 | Permalink

    Ik las een krantenartikel waarin werd gesteld dat er in Zuid Afrika veel Zimbabwanen, Oegandezen en andere ”allochtonen” werkzaam zijn omdat ze (volgens de werkgevers) betrouwbaarder, eerlijker en ijveriger zouden zijn, minder attitude zouden hebben en beter werk zouden leveren dan de zwarte Zuid Afrikanen en dat deze groepen vrees hadden dat zij na de WK als de gehoopte economische boost zou uitblijven of tegenvallen als zondebok zouden worden gezien door deze zelfde zwarte bevolkingsgroep.

Plaats een reactie

Je email adres wordt nooit gepubliceerd of gedeeld. Verplichte velden zijn gemarkeerd *

*
*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>